Van het strand heb je vast al genoeg foto’s: de macro-opnames van de omgeving zijn eindig en de familie rent hard weg als je met de camera aankomt? Misschien is het tijd om een nieuwe weg in te slaan door de camera mee het water in te nemen.
1. De uitrusting
Natuurlijk is het niet mogelijk om met elke camera zo het water in te gaan en er op los te fotograferen, maar zo lastig en duur als gedacht wordt, is het niet. Een camera kan relatief eenvoudig waterproof gemaakt worden:
Als je al een compactcamera hebt: Schaf een onderwaterbehuizing aan. Deze zijn vaak via de producent verkrijgbaar en dus direct passend voor het model, maar ook via derden kun je aan onderwaterbehuizingen komen.
Als je een spiegelreflexcamera hebt: Ook hiervoor worden behuizingen aangeboden. Deze zijn echter duurder en minder handzaam dan die voor de compactcamera.
Daarnaast is er nog de mogelijkheid om een onderwatercamera te kopen. Dit is echter alleen aan te raden als je de camera niet aan land wilt gebruiken. De camera’s zijn relatief goedkoop, maar niet te gebruiken voor andere doelen. Een alternatief zou een outdoor-camera kunnen zijn, deze is echter meteen een stuk duurder.
Voor een onderwaterfoto-uitrusting kun je heel veel geld uitgeven, als je hiertoe bereid bent. Voor professionals is er meer dan genoeg specialisatie apparatuur, van behuizingen tot speciale onderwater-flitsers en speciale camera’s. Wij concentreren ons echter op de tips voor beginners.
Bij de aanschaf van een behuizing is het belangrijk op de diepte te letten. Voor het begin een een plastic behuizing tot 10 meter geschikt, bij snorkelen is dit tot 3 meter al voldoende.
2. De juiste camera
Zelfs als je een spiegelreflexcamera bezit, zul je vaak een keer extra nadenken of je deze mee wilt nemen in de gevaarlijke onderwaterwereld. Een compactcamera biedt natuurlijk grote voordelen aangezien deze veel makkelijker in gebruik is. Daarvoor kun je echter weer problemen hebben met de ‚opnamevertraging‘ de foto wordt hierbij pas enkele seconde na het klikken gemaakt en dat in een wereld waar alles steeds in beweging is. Hierdoor kan je onderwerp net weggezwommen zijn. Bij een spiegelreflexcamera ben je echter weer in het nadeel als je geen Live-View-Functie hebt, welke de actuele beelduitsnede toont, wat een compactcamera eigenlijk altijd heeft. En laten we eerlijk zijn, de zoeker is onderwater best lastig.
Een systeemcamera heeft vaak ook wisselbare lenzen, maar is vaak kleiner dan een spiegelreflexcamera en daarmee handzamer. Hiervan worden ook modellen aangeboden die geschikt zijn voor de onderwaterfotografie en voor iets meer geld geschikt zijn voor omstandigheden onder water.
Spiegelreflexcamera’s hebben de mogelijkheid om de lens te wisselen. Dat brengt echter voor de gebruikers een nadeel, omdat ze vooraf moeten bepalen welke lens ze willen gebruiken. Maar daarvoor zijn de resultaten waarschijnlijk zeer de moeite waard en door de foto’s in het RAW-formaat aan te leggen, kunnen de foto’s nog bewerkt worden. De compactcamera is bij deze mogelijkheden wat beperkter.
3. Belichting onder water
De linchtinval onderwater is moeilijk. Als zonnestralen in een lichte hoek het wateroppervlakte treft, dan worden ze zo gereflecteert dat er diep in het water nog steeds licht aankomt. Het beste tijdstip voor het fotograferen onder water is zo tegen 12 uur ’s middags, dan staat de zon op zijn hoogste punt.
Onderwater is het aan te bevelen om de flits te gebruiken. Helaas zijn de ingebouwde flitsers vaak relatief zwak en redden te het niet om onder water tot een goede belichting te komen. Voor onderwerpen tot een meter afstand kun je echter wat “helpen”. Het beste advies is zo dicht mogelijk bij het onderwerp te komen, zonder iets aan te raken, aangezien bijv. koraal door de kleinste aanraking beschadigd kan worden.
Als je een spiegelreflexcamera gebruikt en deze professioneel wilt inzetten, dan kun je het beste een externe flitser gebruiken. Dit betekent echter niet dat foto’s zonder extra licht mislukken integendeel; foto’s gemaakt met „available light“ worden, als ze gelukt zijn, vaak bijzonder mooi. Probeer het gewoon uit, kijk wat de mogelijkheden zijn en test verschillende dingen met de camera uit. Het is raadzaam om, voor je het water in gaat, te controleren of alle accu’s geladen zijn en of alles naar behoren werkt.
4. Gedrag onder water
Wacht niet op het prefecte plaatje, maar scan de omgeving en vind je iets mooi, leg het vast! Onderwater is niet veel tijd om een iets zo te positioneren dat alles optimaal is. Een serie kan echter helpen het perfecte plaatje te schieten. De meeste camera’s hebben deze functie, wat het duidelijk makkelijker maakt.
Als je het onderwaterleven wilt fotograferen, blijf dan rustig en beweeg zo min mogelijk. Hectische en snelle bewegingen zullen de vissen afschrikken. En het belangrijkste, raak zo min mogelijk aan, en laat alles zoals het is. De onderwaterwereld is kwetsbaar en we willen er graag zo lang mogelijk van kunnen genieten.
5. Nabewerken
Al met kleine aanpassingen in een fotobewerkingsprogramma kun je gemaakte foto’s verbeteren. Bepaal eerst de uitsnede van de foto, dat gaat met rust beter dan in de hectische situatie tijdens het fotograferen.
Water absorbeert kleuren. Roodtonen verdwijnen en de foto krijgt vaak een blauw zweem Hoe dieper de foto genomen is, hoe minder geel en oranje te zien is. Om de blauw zweem te verminderen, kan de foto zo worden bewerkt dat de warme kleuren beter naar voren komen. Door een aanpassing in de helderheid en het contrast kun je de ‚matheid‘ van de foto wat opheffen.
De foto’s op hun mooist presenteren
Onderwaterfoto’s werken erg mooi als grootformaat. Een bijzondere resultaat met stralende kleuren voor een bijzondere foto kun je bijvoorbeeld bereiken met onze Galleryprint.